Een struik in de wind

Slaap maar zacht, zolang je kan
Want papa houdt de wacht mijn kind
Hij kent het kwaad en de boze man
Totdat je groter bent, mijn vrind
Dan merk je dat hij
Niet meer dan een struik was
In de wind.

De mensen die kijken bij 't lopen vooral naar de grond
Je ziet wel wat minder maar da's misschien wel zo gezond
De straatstenen zetten zich voort in je hoofd
Het licht van de zon wordt niet meer geloofd
De muur om je heen is tenminste van jou
We staan graag alleen in de kou
En regen valt gestaag naar benee
Ik voel me besmet, de wereld stinkt om me heen.
De mens naar de maan en gif in de grond
De straling van afval brandt hard in mijn mond
De man bovenaan is zo trots als een aap
En fluistert steeds weer…

Slaap maar zacht, zolang je kan
Want papa houdt de wacht mijn kind
Hij kent het kwaad en de boze man
Totdat je groter bent, mijn vrind
Dan merk je dat hij
Niet meer dan een struik was
In de wind

Ik sus mijn geweten met geld, waar het niet anders kan.
Ik betaal voor de rotzooi, ik denk dat het niet anders kan.
Armoe is troef, vooral in mijn hoofd
Mijn idealist wordt niet meer geloofd
Hij heeft wel gelijk, maar wat doet het ertoe
Van al dat gezeur word ik moe, zo moe
O, laat me toch even met rust.
En waar is mijn vader, waarom heeft hij dit niet gesust.
Pijn in mijn hoofd en kramp in mijn hart
Het geld en de macht heeft alles verward
De man bovenaan is zo trots als een aap
En fluistert steeds weer…

Slaap maar zacht, zolang je kan
Want papa houdt de wacht mijn kind
Hij kent het kwaad en de boze man
Totdat je groter bent, mijn vrind
Dan merk je dat hij
Niet meer dan een struik was
In de wind