Hoe red je een aap

Er woonden in een land, niet ver van zomaar een gebied
Voordat de mens een mens was, vijftig apen.
Tevreden met zichzelf zoals men 't nu wel vaker ziet
Dus rotzooi was er niet.
Ze stoeiden met elkaar zoals een aap behoort te doen
Of prezen zich hun geest'lijke vermogens,
Op één na, die niet wennen kon aan 't wereldje van toen,
Hij had haast geen fatsoen.
Vaak zat hij dan zwijgend en pretentieus te denken
Over 't leven en zijn diepste 'IK'
Waarbij hij al die roerselen in zijn ziel trachtte te schenken
Die aap was niet goed snik.
En eenieder die dit hoort,
Begrijpt dat zo'n aap stoort.

Die kwesties brandden voort, totdat die aap ten einde raad
Zijn zorgen aan de anderen openbaarde,
Maar zij, op hun beurt, lachten hem eens uit of riepen kwaad:
'Zeg aap jij pleegt verraad.'
Geruzie leek in 't zicht, waarop de aaphoofdman besloot
Wat aandacht aan 't probleemgeval te wijden,
Waarvoor hij hem op zondag in zijn boomhut heeft genood
En hem daarbij gebood:
'Aap, jij bent niet wijs dat je je aandacht af laat leiden,
Poets je hol en je verstand eens goed,
Of neem als vrouw Marietje of een ander van die meiden,
Die dat dan voor je doet.'
En eenieder die dit hoort,
Begrijpt dat het zo hoort.

Je zou verwachten dat zo'n aap verstandig wordt, maar nee,
't Gedrag werd zienderogen asocialer.
Hij zocht naar de verklaring, maar niets stelde hem tevree,
Hij zocht naar druppels in een zee.
Zo zocht hij maanden voort, maar werd niet wijzer dan hij was.
Ten einde raad wierp hij zich toen op boeken.
Men vond hem vaak verdiept in zijn lektuur en in het gras,
Er was niets dat hij niet las.
Zo leerde hij bijvoorbeeld wat de andere apen dachten
En dat hij zelf een sukkel was,
Omdat hij meer verlangde dan een ander ooit verwachtte,
Dat was toch ongepast.
En dus ieder opgelet,
Die aap is nu gered.

Een week nadien was onze aap normaal als maar kan zijn
En op een dag herkende hij Marietje.
Zij leek hem ideaal, want haar manieren waren fijn
En haar handen niet te klein.
Dus woonden in een land, niet ver van zomaar een gebeid
Voordat de mens een mens was, vijftig apen.
Tevreden met zichzelf zoals men 't nu wel vaker ziet
Dus rotzooi was er niet.