Vroegers en Laters

Vroeger waren mijn zomers eindeloos lang
Vroeger klonk in de wind nog engelenzang
Vroeger lachte mijn vader me toe
Vroeger was hij nooit te moe.
En ik liep met mijn hand in zijn hand
Of ik rende vooruit op het strand
Waar de zee al mijn voetstappen wreef uit het land
Elke indruk weer vulde met zand.

Later droeg ik mijn kind over 't duin naar de zee
Later rende ze zelf, en ik rende mee
Ja, haar lente was eindeloos, eindeloos lang
En haar zomer vol gezang.
En ik liep met haar hand in mijn hand
Of we groeven een kuil in het strand
Waar de zee onze voetstappen wreef uit het land
Elke indruk weer vulde met zand.

Maar mijn dochter groeit op, ze zit niet meer op schoot
Het gaat zomaar voorbij,
Ik ben klein, ik ben groot en mijn vader is dood.

Ik word trager, ik moet er meer tussenuit
't Huis klinkt luider van steeds minder geluid
'k Wandel nu met mijn hond langs de zee
Al mijn vroegers lopen mee
Ik loop daar met zijn riem in mijn hand
En hij rent heen en weer op het strand
Waar de zee alle sporen verdrijft uit het land
Elke indruk steeds opvult met zand