Marianne

Na die lokkende verhalen van haar vrienden
Vond Marian haar eigen dorp plots te klein
Nog afgezien van het gezag dat haar omringde
Het burgerlijk venijn.
Het was de doelloosheid van al die dwaze mensen
Die angst om dat te doen wat vroeger zonde was,
Wat ze verwenste en na maanden van verwensen
Pakte ze haar tas.

Ga naar buiten Marianne
En volg de richting van de wind.
Lach hem uit die jou met regels bindt
Hij die voor zichzelf die weg heilloos vindt.

Maar een stad is groter dan zijn vele straten
Zijn hoge huizen en zijn bruine buurtcafé's
Daar waren zaken waar haar vrienden over praatten
Zoals pil, sex en V.D's
Ze wist zich moeizaam alle termen te verwerven
En dacht zich veilig tot dat joch vroeg 'Ga je mee'
Toen zei ze, om haar nieuwe stijl niet te bederven,
Van alles maar geen 'nee'.

Ga naar buiten Marianne
En volg de richting van de wind.
Lach hem uit die jou met regels bindt
Hij die voor zichzelf die weg heilloos vindt.

Eerst was het Jan, toen was het Kees, daarna kwam Hans
Dat duurde ruim een maand, dat was een mooie tijd
Maar toch niet half zo fijn als toen die week met Frans
De tel raakte ze kwijt.
Lang voor de omvang van haar buik haar schuld verried
Was ze het zoeken naar de echte vader ziek
En daar Jan-Kees zei, 'vader worden wil ik niet'
Ging ze naar de kliniek.

Ga naar buiten Marianne
En volg de richting van de wind.
Lach hem uit die jou met regels bindt
Hij die voor zichzelf die weg heilloos vindt.