De spiegel
Toen hij die ochtend opstond
Liep ie naar de badkamer, zoals altijd
Met de tandenborstel al in zijn pruilmond
Werd hij pas wakker van de pasta, zoals altijd.
Hij draaide de deur op slot
Want de kinderen waren immers al op
En hij voelde die bevrijdende druk
Van het stukkie zeep, een hand vol geluk.
En voor de spiegel, prijkend op de wasbak
Een erfstuk van oma, voor het interieur,
Dat versierd was met een randje goudlak
Ontdeed hij zich van ochtendjas en humeur.
Hij keek wat er te scheren was
Verbazing werd zijn deel, hij bleek doorzichtig als glas,
Alleen het stukkie zeep in zijn hand
Was alles wat hij zag in die rand.
Glimlachend dacht hij, kijk mij nou
Ik ben onzichtbaar, het is zover, ik ga ervandoor
Er is gebeurd wat ik allang zo graag wou
En verheven schreed hij de huiskamer door
En de kinderen aan hun ontbijt
Lieten nauwelijks tijd aan hun ontzag en jolijt
Omdat het kinderen altijd zo raakt
Een pappie, zo blij en zo naakt.
Moeder kreeg een gezonde verkleuring
En na zijn jas gepakt te hebben, ging ze achter hem aan.
Om hem te redden van een zekere bekeuring
Maar manlief was al dansend de straat uitgegaan
De meesten keken naar hem op
En verslikten zich zwijgzaam en bedrukt in hun drop
Of keken naar de andere kant,
Naar die vrouw met die jas in haar hand.
Maar een groot deel van die mensen
Volgden pappies voorbeeld en kleedden zich uit
Want wat viel er verder te wensen
Dan een vleugje westenwind, lijnrecht op je huid
En dat dansend en nakend publiek
Hing daar de beest uit in het centrum tot hun muziek
In diezelfde kern werd gesmoord
Want van hogerhand was men verstoord.
Klodders bloed spatten in het rond
En geschreeuw en gekerm vervulden de lucht
De politie waande zich aan 't oostfront
En al spoedig verspreidde zich een moordend gerucht
Tot studenten met een kater in 't hoofd
Met de arbeiders brulden : 'Wij worden beroofd'
En wat eerst een relletje was
Wordt nu een strijd tegen de man met de kas.
Ministers en vorstenhuis vluchten
Het leger is in staat van paraatheid gebracht
Er komt een coup van militaire beruchten
Want nog niemand had aan hun heilstaat gedacht
Alle luxe ging in het vuur
Ook oma's goudgerande spiegel moest van de muur...
De man schrikt op en staart naar zijn baard en denkt zo...
Vandaag maar weer naar Jansen en Co.